Bhagavad Gita… 17) Drie Manieren van Overtuiging

INTRODUCTIE | Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita
HOOFDSTUK 1 | Arjuna’s Moedeloosheid
HOOFDSTUK 2 | De Weg naar Zelfkennis
HOOFDSTUK 3 | De YOGA van Actie
HOOFDSTUK 4 | Kennis van het Afstand doen van Vruchten
HOOFDSTUK 5 | Kennis van Renunciatie en Actie
HOOFDSTUK 6 | Het Pad van Meditatie
HOOFDSTUK 7 | Kennis van het Absolute in zijn Volledigheid
HOOFDSTUK 8 | Kennis van het Eeuwige
HOOFDSTUK 9 | Kennis van het Koninklijke en Geheime Pad
HOOFDSTUK 10 | De Glorieuze Manifestaties van de Meester
HOOFDSTUK 11 | Yogisch Visioen
HOOFDSTUK 12 | De YOGA van Devotie
HOOFDSTUK 13 | Kennis van het Veld en de Kenner
HOOFDSTUK 14 | De Diepgaande Kennis van de Drie Gunas
HOOFDSTUK 15 | De Eeuwige Boom van het Leven
HOOFDSTUK 16 | De Lotsbestemming van de Verlichte Meesters en van de Onwetende
HOOFDSTUK 17 | Drie Manieren van Overtuiging
HOOFDSTUK 18 | De Wijsheid van Renunciatie en Bevrijding

EXTRA:
De 3 GUNAS zoals beschreven in de Bhagavad Gita | ALLE VERZEN

PDF “Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita”
PDF “Schema van 3 GUNAS”

HOOFDSTUK 17 – Drie Manieren van Overtuiging

Arjuna vroeg

1. O Krishna, iemand die vol vertrouwen offert, maar de aanbevelingen uit de geschriften negeert, wat is de status van die persoon, is dat sattva, rajas of tamas?

De Gezegende Meester zei

2. Het vertrouwen (shraddha) van de belichaamden is — inherent aan hun aard — drieledig, namelijk sattvic, rajasic en tamasic; luister naar het volgende.

3. Ieders vertrouwen, O Afstammeling van Bharata, ontwikkelt zich volgens de essentie van iemands mind. De persoon bestaat dus uit vertrouwen. Wat het vertrouwen van iemand ook maar is, dat is die persoon.

4. De sattvische persoon offert aan de goden, de rajasic persoon offert aan de semi-goden en machtige semi mensen (yakshas en rakshasas); anderen, de tamasic personen, offeren aan geesten en aan een verscheidenheid van andere wezens.

5. Personen die er verschrikkelijke onthoudingspraktijken op na houden, die niet in lijn zijn met de geschriften, maar verbonden zijn aan huichelarij en ego, die bezeten zijn van de macht van gehechtheid,

6. Deze onwijze personen, die de vijf elementen van het lichaam verzwakken, en daarmee ook Mij die in het lichaam verblijft, weet dat zij een demonische vastberadenheid hebben.

7. Ieders favoriete voedsel komt ook in drie soorten, en zo ook hun offers, ascetische inspanningen en liefdadigheid. Luister naar het onderscheid.

8. Dat wat de levenslengte, mentale essentie, kracht, gezondheid, comfort en plezier verhoogt, dat wat smaakvol is, zalvend, stabiel en bevredigend is voor het hart, is het voedsel dat de voorkeur heeft van een sattvisch iemand.

9. Bitter, zuur, zout, excessief heet, pikant, droog en aangebrand, dat is het voedsel dat de voorkeur heeft van een rajasic iemand en veroorzaakt ongemak, depressie en ziekte.

10. Dat wat niet volledig gaar is, smakeloos is, vies ruikt, oudbakken is, restjes van anderen, niet geschikt is als offering, is het favoriete voedsel van een tamasic iemand.

11. Het offer dat gebracht wordt conform de aanbevelingen uit de geschriften, door hen die geen verlangen hebben naar vruchten, die de mind harmoniseert met de gedachte ‘dit is wat er gedaan moet worden’ dat is het sattvische offer.

12. Het offer dat gebracht wordt met vruchten als intentie of voor een huichelachtig doel, ken dat als rajasic, O Beste van de Bharatas.

13. Het offer dat tegen de aanbevelingen van de geschriften ingaat, dat gebracht wordt zonder dat er voedsel wordt uitgedeeld, zonder mantras, zonder priesterlijke giften, zonder vertrouwen, een dergelijk offer wordt tamasic genoemd.

14. Dienstbaarheid aan de goden, de tweemaal-geborenen, de gurus en de wijzen; zuiverheid, eenvoud, celibaat en geweldloosheid worden fysieke onthouding genoemd.

15. Communicatie die niet irriteert, die waar is, plezierig en bevordelijk, zowel als de beoefening van zelfstudie en japa worden ascetisme van het woord (van spraak) genoemd.

16. Helderheid en aangenaamheid van de mind, vredelievendheid, stilte, totale controle over jezelf, zuivering van sentimenten, die worden mentaal ascetisme genoemd.

17. Deze drie vormen van onthouding die ondernomen worden door mensen met het allerhoogste vertrouwen en die niet verlangen naar vruchten, die verenigd zijn in YOGA, zij worden sattvische personen genoemd.

18. De onthouding die uitgevoerd wordt met als doel het vergaren van respect, roem en aanbidding en vanuit huichelarij, dat tijdelijk is en instabiel, die onthouding is rajasic.

19. De onthouding die uitgevoerd wordt met een bedwelmd bevattingsvermogen en met pijn of met als doel om anderen te ontwrichten, die onthouding wordt tamasic genoemd.

20. ‘Gij zou moeten geven’ — de liefdadigheid die gegeven wordt aan iemand die niet in staat is om een gunst terug te verlenen, de liefdadigheid die op de juiste plaats en moment gegeven wordt aan iemand die het waard is — die liefdadigheid wordt herinnerd als sattvisch.

21. Dat wat gegeven wordt met als doel om iets terug te krijgen of gericht is op een vrucht of gegeven wordt met tegenzin — die liefdadigheid wordt herinnerd als rajasic.

22. Dat wat gegeven wordt op een ongeschikte plaats of moment aan een onwaardig iemand, en zonder respect en beledigend — die liefdadigheid wordt tamasic genoemd.

23. OM Tat Sat, ‘OM, Dat is Waarheid’ — dit is de drievoudige verklaring betreffende Brahman; hieruit kwamen in de oude tijd de Brahmanas, de Vedas en de offers voort.

24. Daarom worden aldus alle offeringen, liefdadigheden en ascetische daden van hen die bedreven zijn in de kennis van Brahman, dagelijks uitgevoerd volgens de voorschriften na het uiten van ‘OM’.

25. Na het uiten van Tat, ‘Dat’, zonder gericht te zijn op vruchten, worden de offerhandelingen en ascetische daden, en de diverse acties van liefdadigheid uitgevoerd door hen die verlangen naar bevrijding.

26. Het woord Sat, ‘Waarheid’, wordt gebruikt om zowel Waarheid als goedheid uit te drukken. Het woord ‘Sat’ wordt ook gebruikt om een prijzenswaardige daad uit te drukken, O Zoon van Pritha.

27. Stabiliteit in het offeren, onthouding en liefdadigheid worden ook Sat genoemd; zo ook elke daad met dit als doel wordt Sat genoemd.

28. Een gemaakt offer, een gegeven liefdadigheid, een ondernomen ascetische offering of wat voor daad dan ook die uitgevoerd wordt zonder vertrouwen, wordt asat (onwaar, onwerkelijk, kwaadaardig) genoemd; het brengt geen waardevolle vruchten, noch hier, noch na de dood, O Zoon van Pritha.

Hier eindigt het zeventiende hoofdstuk waarin liefde en devotie voor het goddelijke tegenover lust voor de objecten van de wereld gesteld wordt.