Bhagavad Gita… 16) De Lotsbestemming van de Verlichte Meesters en van de Onwetende

INTRODUCTIE | Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita
HOOFDSTUK 1 | Arjuna’s Moedeloosheid
HOOFDSTUK 2 | De Weg naar Zelfkennis
HOOFDSTUK 3 | De YOGA van Actie
HOOFDSTUK 4 | Kennis van het Afstand doen van Vruchten
HOOFDSTUK 5 | Kennis van Renunciatie en Actie
HOOFDSTUK 6 | Het Pad van Meditatie
HOOFDSTUK 7 | Kennis van het Absolute in zijn Volledigheid
HOOFDSTUK 8 | Kennis van het Eeuwige
HOOFDSTUK 9 | Kennis van het Koninklijke en Geheime Pad
HOOFDSTUK 10 | De Glorieuze Manifestaties van de Meester
HOOFDSTUK 11 | Yogisch Visioen
HOOFDSTUK 12 | De YOGA van Devotie
HOOFDSTUK 13 | Kennis van het Veld en de Kenner
HOOFDSTUK 14 | De Diepgaande Kennis van de Drie Gunas
HOOFDSTUK 15 | De Eeuwige Boom van het Leven
HOOFDSTUK 16 | De Lotsbestemming van de Verlichte Meesters en van de Onwetende
HOOFDSTUK 17 | Drie Manieren van Overtuiging
HOOFDSTUK 18 | De Wijsheid van Renunciatie en Bevrijding

EXTRA:
De 3 GUNAS zoals beschreven in de Bhagavad Gita | ALLE VERZEN

PDF “Het beoefenen van de YOGA van de Bhagavad Gita”
PDF “Schema van 3 GUNAS”

HOOFDSTUK 16 – De Lotsbestemming van de Verlichte Meesters en van de Onwetende

De Gezegende Meester zei

  1. Onbevreesd, zuiverheid van mind, stabiliteit in de YOGA van kennis, liefdadig, controle over de zintuigen, offeringsgezind, zelf-reflectief, ascetisch, simpel,

  2. Geweldloos, waarachtig, niet kwaadaardig, onbaatzuchtig, vredig, niet roddelend, vriendelijk jegens alle wezens, niet hebzuchtig, mild, bescheiden, niet wispelturig,

  3. Uitmuntend in vertrouwen, vergevingsgezind, steunend, zuiver, niet vijandig, niet op zoek naar roem — deze kwaliteiten verschijnen in iemand die geboren is voor de goddelijke staat, O Afstammeling van Bharata.

  4. Hypocriet, trots, zoekend naar roem, boosheid, ruwheid, zowel als onwetendheid — komen allen voor bij iemand die geboren is voor een demonische staat.

  5. De goddelijke staat leidt tot vrijheid; van de demonische weg is bekend dat het leidt tot gebondenheid. Treur niet; jij bent geboren voor de goddelijke staat, O Pandava.

  6. Er zijn twee typen levende wezens in deze wereld gecreëerd: de goddelijke en de demonische. De goddelijke is al in detail uiteengezet. Nu vertel Ik je over de demonische, O Zoon van Pritha.

  7. Demonische mensen weten niet wat juist gedrag is noch kennen ze grenzen; in hen is noch zuiverheid, nog karakter, noch waarheid.

  8. Zij zeggen dat de wereld onwerkelijk is, zonder fundament en Goddeloos — dat de wereld slechts voortkomt uit seksuele vereniging en veroorzaakt wordt uit niets anders dan uit passie.

  9. Geblokkeerd door deze visie, hun ware aard hierdoor verwoest, verrichten deze kleinen van geest angstaanjagende handelingen en komen zij als boosdoeners van de wereld aan de macht.

  10. Hun toevlucht nemend tot onverzadigbare passie en verlangens, bezeten door hypocrisie, zoekend naar roem en met arrogantie, handelen zij uit bechoogeling, zich vastklampend aan onjuiste uitgangspunten, met onzuivere doelstellingen en slechte ideëen,

  11. Zij kunnen niets anders dan zich oneindig zorgen maken, dat doorgaat tot aan de dood. Zij zijn er zeker van dat het bevredigen van genot het allerhoogste is, dat dit alles is.

  12. Gebonden door honderd valstrikken van verwachting, gericht op passie en kwaad, vergaren zij rijkdom door onrecht, puur voor het passioneel genieten.

  13. ‘Dit heb ik vandaag verkregen, deze wens zal ik later vervullen, dit heb ik, en deze rijkdom zal ooit de mijne worden;

  14. Die vijand heb ik gedood, anderen zal ik ook verwoesten; Ik ben soeverein, Ik ben een genieter pur sang, ik ben volmaakt, sterk en blij;

  15. Ik ben rijk, ik heb invloedrijke relaties. Wie kan zich aan mij meten? Ik zal offers brengen, Ik zal me vermaken.’ Aldus zijn zij misleid in onwetendheid.

  16. Verward door de grote verdeeldheid in de mind, versluierd door een net van begoocheling, vastzittend in het bevredigen van genot, belanden zij in een onzuivere en lage staat.

  17. Verwaand, gebrek aan nederigheid, bezeten door roem en razernij door rijkdom, offeren zij slechts om het offeren, hypocriet en zonder de juiste aanbevelingen in acht te nemen.

  18. Verblijvend in ego, macht, trots, passie, boosheid, slechtheid, Mij hatend in zowel het lichaam van anderen als in zichzelf,

  19. Deze hatelijke, wrede, lage wezens — deze lelijkerds — breng Ik altijd onder in de categorie van demonische wezens.

  20. En als ze eenmaal onder de categorie van demonische wezens vallen, leven op leven bedwelmd, zonder Mij ooit te vinden, O Zoon van Kunti, dan gaan zij naar de laagste staat.

  21. De drievoudige poort naar de hel die zelfdestructief is, bestaat uit: passie, boosheid en hebzucht. Daarom moet men deze drie opgeven.

  22. Wie bevrijd is van deze drie deuren naar donkerte, O Zoon van Kunti, beoefent wat goed is voor zichzelf en bereikt daarmee de hoogste staat.

  23. Iemand die de aanbevelingen van de oude geschriften verwerpt en zijn gedrag baseert op verlangen, bereikt geen vervulling, geen geluk en niet de hoogste staat.

  24. En daarom zijn voor jou de geschriften de leidraad om te bepalen wat gedaan en gelaten moet worden; met kennis uit de geschriften van hoe gehandeld moet worden, moet je je acties uitvoeren.

Hier eindigt het zestiende hoofdstuk, waarin de YOGA van het onderscheid tussen spiritualiteit en onwetendheid beschreven is.